Weet je nog? Die 3 vuistregels van vorige week om je training te pimpen?
- 10-minutenregel
- Doe niets wat de deelnemer zelf kan
- Zorg voor werkvormen met een concreet eindproduct
Bij de 2e vuistregel vroeg ik je toen, hoe vaak het in jouw trainingen voorkomt, dat je iets uitlegt of voordoet, wat tenminste één deelnemer al weet of kan.
Ik gaf je als tip mee om daar gebruik van te maken door dat stukje uit je eigen presentatie te halen en bij je deelnemers te leggen. Op die manier wordt je training namelijk direct een stuk dynamischer en actiever.
En ik heb je beloofd dat ik je deze week een werkvorm zou geven, die je hiervoor kunt inzetten. Een werkvorm met een concreet eindproduct uiteraard: spiekbriefjes!
Deze werkvorm kun je goed gebruiken om voorkennis te activeren en te inventariseren.
Het uitgangspunt hierbij is, dat je gebruik maakt van wat je deelnemers samen al weten. Dat doe je zo:
- Bedenk voor jezelf een aantal onderwerpen, die onderdeel uitmaken van het trainingsonderwerp dat je wilt gaan behandelen. Of bedenk voor jezelf een aantal vragen bij je trainingsonderwerp, die je in dit trainingsonderdeel wilt gaan behandelen. (Tip: laat je inspireren door je trainingsmindmap.)
- Maak kaartjes met op elk kaartje een onderwerp of een vraag. Zorg dat er voor elke deelnemer een kaartje is. (Tip: gebruik hiervoor gewoon blanco correspondentiekaarten, of neem gekleurd knutselkarton voor een vrolijk effect.)
- Deel de kaartjes uit (Tip: geef elke deelnemer een kaartje dat aansluit bij zijn/haar individuele leerdoel) en geef de volgende instructie:
- Op je kaartje staat een vraag of onderwerp. De bedoeling is dat je kaartje een zo goed en zo volledig mogelijk spiekbriefje wordt over die vraag of dat onderwerp. Je weet dat een goed spiekbriefje kort en krachtig is: geen lange verhalen, maar kernachtige steekwoorden.
- Straks schrijf je op je kaartje eerst de steekwoorden, die jij zelf weet bij dit onderwerp of deze vraag. Als je geen steekwoorden weet laat je je kaartje nog leeg.
- Daarna sta je op en loop je naar iemand toe. Jullie noteren in steekwoorden wat je weet over elkaars onderwerp of vraag op elkaars kaartje.
- Dit herhaal je tot je met iedereen steekwoorden uitgewisseld hebt. (Tip: in een grote groep spreek je een bepaald aantal uitwisselingen af.)
- Per uitwisseling heb je 1 minuut de tijd. Ik geef steeds een teken als je moet wisselen.
- Als je bij een bepaald onderwerp of een bepaalde vraag geen steekwoorden weet, schrijf je niets op het betreffende kaartje. Wat we doen in deze oefening, is inventariseren wat we al wél weten.
- Je geeft de deelnemers de tijd voor de uitwisseling en geeft steeds na 1 minuut een teken dat ze moeten wisselen. Na de laatste uitwisseling gaan de deelnemers weer zittten.
- Nu begin je je presentatie en/of uitleg, waarbij je steeds voorafgaand aan elk deelonderwerp dat je wilt behandelen, vraagt wie het bijbehorende spiekbriefje heeft.
- Deze persoon leest voor wat er op het spiekbriefje staat en dat wordt het uitgangspuntvan je presentatie en/of uitleg: corrigeer wat niet klopt, en ga in gesprek over wat wel klopt:
- Was dit bij iedereen bekend?
- Hoe weten deelnemers dat dit klopt?
- Vul aan met wat ontbreekt.
- Breng je achtergrondinformatie in.
- De spiekbriefjes hang je duidelijk zichtbaar op, zodat je deelnemers deze tijdens de training nog eens kunnen bekijken.
Wat denk jij als je dit zo leest? Zou dit voor jou kunnen werken? Wat gebeurt er met je training, met je presentatie/uitleg en met je deelnemers als je dit op deze manier aanpakt? Ik ben heel benieuwd naar je reactie. Laat je die hieronder achter?
Vond je dit artikel waardevol? Deel het dan met andere trainers, voor wie het ook waardevol kan zijn. Dat kan bijvoorbeeld via Google+, LinkedIn, Twitter of Facebook. Je doet mij daar een groot plezier mee, dankjewel!
Ja, leuke manier om meer betrokkenheid te creëren! Dankjewel.
LikeLike
Graag gedaan, Stephanie, succes met de uitvoering!
LikeLike
Hoi Margreet!
Leuk werkvorm en fijn dat je het stappenplan erbij hebt gezet;-) …ik ken hem met grote vellen papier gestart vanuit de hulpvra(a)g(en) van de deelnemer waar alle andere deelnemers op kunnen schieten, maar ik vind de spiekbriefjes eigenlijk beter omdat je deze later makkelijk bij je kunt steken, naast je bed kunt leggen, op de koelkast kunt plakken en terug kunt lezen:-) Ga em zeker integreren!
LikeLike
Leuk, Sabrina, veel succes!
LikeLike
Ik ga hem zaterdag uitproberen Margreet, Heb een klein groepje (5) beginnende trainers en zoek altijd naar interactieve werkvormen voor zo”n groep. Dit lijkt me een hele mooie!
Gerda
LikeLike
Wat leuk, Gerda, veel succes! Laat je me weten hoe het gegaan is?
LikeLike
Mooie activerende werkvorm om kennis te toetsen. Je kunt na twee ronden de minuut wat inkorten naar b.v. 45 seconden is de ervaring ook van mijn beginnende trainers die natuurlijk mee mochten evalueren.
LikeLike
Erg leuk om terug te horen, Gerda, dankjewel! Goede tip om de rondetijden aan te passen tijdens het verloop van de werkvorm. Ook daarvoor dank aan zowel jou als je mee-evaluerende deelnemers 🙂
LikeLike
Hoi Margreet, ik ga donderdag een variant uitproberen. Met collega ontwikkelaars ga ik brainstormen over de onderwerpen en inhoud van een nieuw te ontwikkelen training sociale netwerken. Daarbij ga ik de onderwerpen die ik erin wil hebben op de spiekbriefjes plaatsen en ook nog een aantal vraagtekens invoegen. Ben heel benieuwd wat dit oplevert 😉
Groet Irene
LikeLike
Leuk, Irene. Als ik het goed begrijp zet je hem in als brainstormoefening: leuke variant! Veel succes!
LikeLike