Deel 3 van 5 in de serie ‘ontdekkingen door online trainen en lesgeven’
‘De opmerkingen en de becommentariëring van elkaar en de discussies over vraagstukken werkt in mijn ogen beter bij fysiek lesgeven, waardoor de concentratie en de levendigheid gewaarborgd blijft.’
Dat schreef Henny Qualm in reactie op het blogartikel ‘Waarom ik niet meer terug wil naar volledig offline onderwijs en trainingen’. Ik kan hem daarin alleen maar gelijk geven. Hoezeer ik de vele mogelijkheden van online werken ook waardeer, er zijn echt zaken die offline nu eenmaal beter gaan. Het o zo belangrijke onderwijsleergesprek is er daar één van.
Wat zijn (onderwijs)leergesprekken?
Vrijwel elke trainer en docent gebruikt ze: (onderwijs)leergesprekken, waarin de deelnemers of leerlingen in een gesprek samen nadenken over een deel van de trainings- of lesinhoud. Als deelnemers onder woorden brengen wat ze denken, ontstaat er bij henzelf meer inzicht over het onderwerp. Bovendien is in zo’n gesprek iedereen actief betrokken en gefocust op de lesinhoud. In het gesprek komen de deelnemers tot nieuwe inzichten: hier vallen de kwartjes. En – last but not least – voor jou als docent/trainer wordt duidelijk zichtbaar wat men weet en begrijpt, en hoe men denkt.
Het succes van zo’n gesprek staat of valt bij de gespreksleiding door de trainer of docent. Als het goed is heeft hij/zij het doel van het gesprek duidelijk voor ogen. Ook is het belangrijk dat hij/zij alle deelnemers positief stimuleert om deel te nemen aan het gesprek, hen echt betrekt bij het gesprek. En natuurlijk is het belangrijk dat hij/zij de juiste vragen weet te stellen. Een goede tip als je hier meer over wilt lezen, is de site bvdatabank.be.
Online (onderwijs)leergesprekken
Maar hoe doe je dat nu online? Want zoals Henny terecht concludeerde, is dat nog niet zo eenvoudig. Online is de dynamiek van een gesprek echt anders. Zo kan het zomaar gebeuren dat iedereen op elkaar zit te wachten, omdat niemand voor z’n beurt wil spreken. Of juist dat meerdere mensen tegelijk spreken. Je mist de fysieke nabijheid, waardoor je bijvoorbeeld niet zo eenvoudig met oogcontact iemand kunt aanmoedigen. Dat geldt voor jou, maar dat geldt voor de deelnemers zelf net zo goed.
Ik heb gemerkt dat het dan kan helpen om een (nog) gestructureerdere vorm voor het gesprek te kiezen. 3 voorbeelden, die voor mij goed werken:
Werkvorm 1: estafettegesprek
In een estafettegesprek breng je structuur aan m.b.v. een denkbeeldig estafettestokje. Telkens als iemand een vraag heeft beantwoord of zijn gedachten heeft gedeeld, geeft hij het denkbeeldige stokje door aan een andere deelnemer door diens naam te noemen. Geef vooraf aan dat het de bedoeling is dat iedereen ongeveer even vaak aan de beurt komt. Er ontstaat dan een soort gezamenlijke verantwoordelijkheid voor ieders betrokkenheid.
Afhankelijk van het gespreksonderwerp, kun je degene die het denkbeeldige stokje aangereikt krijgt opdracht geven om eerst de kern te benoemen van wat zijn/haar voorganger zei, voordat je om een reactie vraagt of voordat je een vervolg- of verdiepingsvraag stelt.
Tip: ondersteun het gesprek visueel. Noteer bijvoorbeeld zelf de belangrijkste inzichten, die tijdens het gesprek ontstaan, zichtbaar voor iedereen op een whiteboard, in een gedeeld document, of in de chat.
Werkvorm 2: gesprekskaarten
In plaats van een plenair gesprek met de hele groep, kun je de deelnemers ook in kleine groepjes in breakout rooms samen hardop laten nadenken. Maak dan vooraf (digitale) gesprekskaarten, waarop de hoofdvraag staat, waarover je hen wilt laten nadenken. Noteer daaronder ook een aantal deelvragen. Het gaat je om het denkwerk en de inzichten die ontstaan. Geef dat bij de instructie duidelijk aan en vraag om onderbouwing van de antwoorden.
Geef ook aan hoe je hun uitwerkingen teruggekoppeld wilt hebben. Noteren ze die op een Miro, een Padlet, een whiteboard, in een gedeeld document, of op een andere manier?
Tip: ga bij elk groepje steeds even langs om hun denkwerk te beluisteren. Ik kondig dan meestal aan dat ik als ‘vlieg op de muur’ bij elk groepje 3 keer even binnenkom. Na die mededeling weet men dat men zich door mij niet hoeft te laten afleiden.
Werkvorm 3: stillewanddiscussie
In plaats van een gesprek, waarbij men om beurten spreekt, kun je de deelnemers ook vragen om allemaal tegelijk te ‘spreken’ door hun gedachten over een bepaald onderwerp of een bepaalde vraag in stilte op een online whiteboard te noteren. Eventueel kun je hem als mindmap klaarzetten: een hoofdvraag in het midden met deelvragen in vertakkingen daaromheen.
Als je in ZOOM werkt, heb je een heel fijn whiteboard tot je beschikking, waarin je de namen bij de verschillende bijdragen zichtbaar kunt maken, deelnemers hun eigen schrijfkleur kunt laten kiezen, en deelnemers met stickers (vinkjes, hartjes, sterretjes, vraagtekens, pijlen, etc.) op elkaars bijdragen kunt laten reageren. (Let op dat je deelnemers minder mogelijkheden hebben als ze in de webbased versie of op een telefoon/tablet werken.) Het whiteboard in Teams vind ikzelf iets minder gebruiksvriendelijk, maar ook daar kun je prima zo’n stillewanddiscussie voeren. En ook buiten de vergadersoftware zelf zijn er allerlei mogelijkheden, bijvoorbeeld door dit op een padlet te doen, in Miro, of in een OneNote.
Tenslotte
Is het je opgevallen dat al deze vormen ook offline mogelijk zijn? En zelfs hybride kun je hiermee uit de voeten. Henny’s opmerking blijft staan: offline is het veel eenvoudiger om concentratie en levendigheid te bewerkstelligen. Ik hoop dat je desondanks nu een aantal online alternatieven hebt, waarmee je je deelnemers in elk geval tot waardevolle inzichten kunt begeleiden, ook als je hen niet bij je op locatie hebt.
Heb je zelf nog aanvullingen? Deel ze dan in de reacties hieronder, zodat andere docenten en trainers er hun voordeel mee kunnen doen. Dankjewel daarvoor!
Dank je wel, Margreet, een verhelderend en duidelijk verhaal met interessante standpunten die ik zeker onderschrijf…
LikeGeliked door 1 persoon
Jij bedankt, Henny, voor de inspiratie voor dit blogartikel! 🙂
LikeLike