“Wat je vertelt klinkt allemaal erg mooi, maar in de praktijk werkt dat toch net even anders.”
“Ik geloof echt wel dat jij ons dit allemaal kunt leren, maar we hebben al eens eerder zo’n training gehad en daarvan kwam op het werk bitter weinig terecht.”
Herkenbaar, dit soort bezwaren?
In de vorige blogupdate (doelpunttechniek) heb ik je uitgelegd waarom het van essentieel belang is om je deelnemers zelf hun doelpunt te laten bepalen voor jouw training.
Maar wat doe je dan als jij daar net een mooie werkvorm voor wilt inzetten en je deelnemers komen met bovenstaande (of vergelijkbare) opmerkingen?
Ik hoef je waarschijnlijk niet uit te leggen, dat het geen zin heeft om deelnemers die sceptisch reageren te vertellen dat ze het mis hebben. “Eerst zien, dan geloven”, zal hun reactie zijn en geef hen eens ongelijk. Zij hebben immers een goede reden om sceptisch te zijn.
Toch is het heel goed mogelijk om ook deze deelnemers te betrekken bij én te motiveren voor jouw training.
Hoe? Bijvoorbeeld met de werkvorm “hoop en vrees”.
Deze werkvorm kost behoorlijk wat tijd (afhankelijk van de groepsgrootte ben je al met al ongeveer een half uur bezig). Die tijd investeer ik echter graag, omdat hij gegarandeerd betrokkenheid en motivatie oplevert. Bovendien geeft hij mij als trainer veel inzicht in wat er bij de deelnemers speelt.
Hij werkt als volgt:
(Voorafgaand aan deze werkvorm heb je al toegelicht hoe de globale planning van je training eruitziet. Ook heb je per trainingsonderwerp aan je deelnemers verteld wat dit onderwerp hen kan opleveren op het gebied van erkenning, efficiëntie, werkplezier en/of comfort. Op deze manier krijgen deelnemers een concreter beeld van wat de training voor hen kan betekenen in hun dagelijkse werkzaamheden.)
Neem een flap van de flip-over en verdeel die met een verticale lijn in 2 helften.
Noteer boven de linkerhelft “HOOP” en boven de rechterhelft “VREES”.
Vraag je deelnemers om even met je mee te dromen. Het worden 2 dromen: een mooie droom en een nachtmerrie. Het zijn dromen, dus alles is mogelijk.
- Laten we beginnen met de nachtmerrie: wat zou er gebeuren als er niets terechtkomt van alles wat ik van plan ben in deze training? Hoe ga jij dan morgen, volgende week, volgende maand, volgend jaar naar je werk? Met andere woorden: wat vrees jij m.b.t. deze training?
- En nu de mooie droom: wat zou er gebeuren als deze training en het toepassen ervan in de praktijk een enorm succes wordt? Hoe zien jouw werkzaamheden er dan uit? Hoe ga jij dan morgen, volgende week, volgende maand, volgend jaar naar je werk?
Geef elke deelnemer een blokje post-its .
Laat de deelnemers op de post-its noteren wat zij hopen en wat zij vrezen. Ze mogen één item per post-it noteren en ze mogen zoveel post-its gebruiken als ze zelf willen. De post-its plakken ze op de flap (mooie-droom-items bij “HOOP” en nachtmerrie-items bij “VREES”).
Neem de tijd om alle post-its te bekijken en te bespreken. Vraag toelichting als een item om verduidelijking vraagt. Omdat we aan het dromen zijn, mag en kan alles. Neem alle items serieus (met de do’s & don’ts die daarbij horen kan ik nog wel een blog vullen, dus die bewaar ik even voor een later moment). Geef aan wat jij gaat doen om te voorkomen dat de ‘vrees’ werkelijkheid wordt én geef aan wat jullie gaan doen om ervoor te zorgen dat de ‘hoop’ werkelijkheid wordt.
Hang de flap ergens goed zichtbaar op. Je kunt ernaar verwijzen tijdens de training. Ik gebruik hem zelf ook om voortgang te markeren: als duidelijk wordt dat we hard op weg zijn om een bepaald “HOOP”-item te realiseren, dan geef ik dat aan en zet een krul bij dat item.
Ga je deze werkvorm uitproberen? Ik ben heel benieuwd hoe hij jou bevalt! Laat je het me weten?
Heb je opmerkingen, aanvullingen, suggesties of tips voor andere trainers naar aanleiding van deze blogupdate? Laat dat dan in een bericht hieronder achter.
Vond je dit artikel waardevol? Deel hem dan met andere trainers. Alvast bedankt daarvoor!
Goed artikel, Margreet. Ga ik zeker een keer uitproberen.
LikeLike
Dankjewel, Nicole. Veel succes bij het uitproberen. Ik hoor tzt graag hoe het je bevallen is.
LikeLike
Dit helpt niet alleen voor trainingen denk ik. Misschien kan ik het ook wel inzetten bij pubers die weerstand laten zien mbt huiswerk of een nieuwe manier van studeren.
LikeLike
Dat klopt, Jos, maar als het gaat over pubers i.c.m. huiswerk en studiemethodes speelt er nog meer mee.
Dat huiswerk maken ze niet in de klas en zodra ze thuis zijn gebeurt er van alles: vriendjes/vriendinnetjes, computer, internet, telefoon, hobby’s, sporten, muziekles en o ja.. moest ook nog huiswerk maken.
Er zijn pubers die dat huiswerk graag maken om er zelf beter van te worden (of zelfs gewoon omdat ze het leuk vinden), maar de meeste pubers doen het, als ze het doen, vooral omdat het moet.
Op het moment dat ze ervoor gaan zitten thuis, is het een extra stap om ook nog eens te gaan oefenen met die nieuwe studiemethode. Als je hen het succes van die studiemethode eerst laat ervaren binnen de les, zullen ze eerder geneigd zijn dit thuis toe te passen: ze hoeven het niet meer te ontdekken, maar kunnen het gewoon toepassen.
Na het oefenen met zo’n studiemethode kun je heel goed de hoop-en-vrees-werkvorm doen als eerste stap in de transfer naar het huiswerk maken thuis: zij raken gemotiveerd om dit thuis te gaan proberen en jij kunt ervoor zorgen dat het een succes wordt, doordat je weet waar zij ‘bang’ voor zijn (en daarop kunt ingrijpen).
Enfin.. lang verhaal, sorry daarvoor. Ben benieuwd of je dit gaat proberen en hoe het je bevalt. Succes!
LikeLike