“Weerstand bij deelnemers hoort er nu eenmaal bij.”
Er was een tijd dat ik dat zelf ook geloofde.
Ik spreek gelukkig over lang geleden, dus vervang het woordje ‘deelnemers’ door het woordje ‘leerlingen’, en je hebt het over mijn overtuiging aan het begin van mijn carrière als docent op een middelbare school.
Ik geloofde echt dat je het nooit iedereen naar de zin kon maken. Dat zei ik ook altijd. En dan zei ik erbij dat we allemaal weleens iets moeten dat we niet leuk vinden, dus dat de leerlingen die mijn lessen niet leuk vonden toch maar gewoon moesten meedoen.
Precies datzelfde hoor ik trainers nu ook vaak zeggen:
• “Er zullen altijd deelnemers blijven die weerstand bieden.”
• “Je kunt het nu eenmaal niet iedereen naar de zin maken.”
• “Ze hoeven het ook niet leuk te vinden, als ze maar doen wat ik zeg.”
• “Ik richt me op de deelnemers die wél graag willen, want ik wil geen energie steken in mensen die toch niet willen.”
En weet je wat het gekke is? Zolang je daarvan overtuigd bent zal het ook waar zijn. Zolang je accepteert dat er weerstand is, dat er deelnemers zijn die niet willen en dat je je energie uitsluitend wil richten op mensen die wel graag willen, zal alles zo blijven en heb je dus gelijk in je overtuiging.
Dat gold voor mij natuurlijk ook. En dat kwam me ook wel goed uit. Want zolang ik gelijk had, kon ik er niets aan veranderen. Het lag niet aan mij. Het lag aan het gegeven dat weerstand bij leerlingen er nu eenmaal bij hoort. Omdat het daaraan lag, hoefde ik niets te veranderen. Ik was een prima docent en dat wilde ik graag zo houden.
Totdat… ik me liet begeleiden door een ouwe rot in het vak. Hij maakte me ervan bewust, dat ik het gereedschap in handen had om alle leerlingen enthousiast en gemotiveerd te krijgen. Hij daagde me elke keer opnieuw uit. De ene keer om in gesprek te gaan met m’n leerlingen, hen te vragen wat zij wilden leren. De andere keer om m’n instructie in te korten, zodat m’n leerlingen eerder aan het werk konden. Een volgende keer om een opdracht te verzinnen die m’n meest weerbarstige leerling enthousiast zou krijgen.
En zo steeds een stapje verder, tot ik het eindelijk inzag: ik ben de professional, die iedereen in staat moet stellen om te leren. En met iedereen bedoel ik ook iedereen: niet alleen de reeds gemotiveerde leerlingen. En nog een inzicht: om iedereen in staat te stellen om te leren, moet ik met hen samenwerken en in dialoog gaan.
Toen ik dat eenmaal inzag en daarnaar ging handelen, veranderde er veel: weerstand verdween en maakte plaats voor motivatie, leeropbrengsten werden groter, lessen werden plezieriger en kostten me veel minder energie, en leerlingen kregen ruimte om te groeien.
En hoewel trainen heel anders is dan lesgeven op een school, zijn er ook overeenkomsten. Alles wat ik op die school geleerd heb over weerstand en motivatie pas ik in mijn trainingen ook toe, en met succes.
Ik trouwens niet alleen, inmiddels zijn er gelukkig al veel meer trainers die dit doen. Jij ook? Of ben jij er nog steeds van overtuigd dat weerstand er nu eenmaal bij hoort?
Vond je dit artikel waardevol? Deel het dan ook even met andere trainers voor wie het ook waardevol zou kunnen zijn, bijvoorbeeld via LinkedIn, Twitter of Facebook. Alvast bedankt daarvoor!
Waar ik tegen aanloop is dat ik mensen maar voor een paar uur train en er weinig of geen tijd of gelegenheid is om de mensen met weerstand persoonlijk diepgaand te spreken, om te achterhalen waar ze nu echt mee zitten. Wat doe je bv. als iemand ‘gewoon geen klik’ heeft met de trainer.
LikeLike
Dat begrijp ik, Marieke, dat is ook één van de grote verschillen tussen lesgeven op een school en trainen aan steeds wisselende groepen.
Als ik stel dat het belangrijk is om in dialoog te gaan met je deelnemers, bedoel ik daarmee niet dat je met elk van hun afzonderlijk een diepgaand gesprek moet voeren over wat er voor hen speelt. Daar heb je noch in trainingen noch in lessen tijd voor.
Wat wél kan, is dat je je training dusdanig inricht, dat er ruimte ontstaat om je deelnemers te laten benoemen wat zij willen. Gewoon door de randvoorwaarden goed op orde te hebben en je werkvormen slim te kiezen. Als je daar eens over door wilt praten mag je me gerust mailen.
‘Gewoon geen klik’ met de trainer vind ik een interessante. Die hangt nauw samen met hoe het komt dat weerstand vaak persoonlijk voelt voor trainers, terwijl het dat niet is. Een beetje te complex om hier in een paar zinnen uit te leggen, maar donderdag tijdens het webinar ga ik daar dieper op in.
LikeLike
Hallo Margreet,
Ik herken dit als een waarheid als een koe! Meestal probeer ik inderdaad om de weerstanddeelnemer ‘over te halen’door een gerichte vraag aan hem/haar te stellen, een mening te vragen of een voorbeeld te laten noemen uit zijn/haar praktijk, in de hoop dat zo iemend dan wat ontdooit. Soms laat ik het inderdaad maar gaan en denk: neem je verantwoordelijkheid als deelnemer! Ben benieuwd naar tips en trucs, maar kan op 28 feb er helaas niet bij zijn.
Groet, Nicoline
LikeLike
Hallo Margreet,
Ik herken dit als een waarheid als een koe! Meestal probeer ik inderdaad om de weerstanddeelnemer ‘over te halen’door een gerichte vraag aan hem/haar te stellen, een mening te vragen of een voorbeeld te laten noemen uit zijn/haar praktijk, in de hoop dat zo iemend dan wat ontdooit. Soms laat ik het inderdaad maar gaan en denk: neem je verantwoordelijkheid als deelnemer! Ben benieuwd naar tips en trucs, maar kan op 28 feb er helaas niet bij zijn.
PS, heb net annoniem een reactie geplaats met dezelfde inhoud, maar kan die niet meer verwijderen: sorry
Groet, Nicoline
LikeLike
Hoi Nicoline,
Je reactie staat er nu 2 keer (en niet anoniem), en dat geeft niet.
Ik zal de deelnemers aan het webinar na afloop ook een opname van het webinar sturen. Je kunt je dus toch aanmelden (als je wilt) en dan krijg je de link naar de opname toegestuurd.
Groeten, Margreet
LikeLike
Ik heb het altijd gezien als een tekortkoming van mijzelf als er weerstand was in de groep. Immers, als je een goede trainer bent krijg je iedereen in beweging. De fout die ik maakte was dat ik niet de dialoog aan ging over de weerstand maar zelf ging ploeteren en invullen om er wat aan te doen. Nu ben ik minder streng voor mezelf geworden, hoef het niet meer alleen op te lossen, en vraag gewoon wat er aan de hand is. Wat werkt dat goed! 🙂
LikeLike
Mooi hè, dat dat zo goed werkt? Ik moet daarbij altijd denken aan die cartoon (moet hem eens proberen te vinden, want hij illustreert dit zo mooi) van die huisarts en die patiënt. De huisarts in de cartoon, die steeds wanhopiger wordt, probeert te raden waarvoor de patiënt komt en de patiënt antwoordt iedere keer alleen met ‘nee’.
Zo is dat ook met trainers die het zelf proberen op te lossen: ze raden wat er is, proberen iets uit en de deelnemers laten met hun gedrag merken dat het een ‘nee’ is.
Bedankt voor het delen van jouw ervaringen, Anke!
LikeLike