blogartikelen

Je hebt er al een groot deel van de training opzitten.

Je deelnemers hebben hard gewerkt, volop geoefend en veel geleerd.

Nu raken ze wat verzadigd, maar je training is nog niet afgelopen.

Tijd voor wat actie dus. Nee… geen energizer… je weet hoe ik daarover denk, toch?

Met actie bedoel ik een actieve activerende werkvorm. Een activerende werkvorm waarbij je deelnemers ook letterlijk in beweging komen en waaraan iedereen een actieve bijdrage levert.

Omdat ik het in dit geval heb over een later moment in de training, als de deelnemers verzadigd raken, zou ik kiezen voor een werkvorm om de opgedane kennis te herhalen en te structureren, zodat deze beter beklijft. En ik kies uiteraard voor een werkvorm waarin ik doelpunten van mijn deelnemers kan integreren. (zie doelpunttechniek en hoge ogen gooien)

Een voorbeeld van zo’n werkvorm is ‘kennisknikkers’. Hij gaat als volgt:

Voorbereiding:

• Bereid 4 (of meer) quizvragen voor over je trainingsinhoud. Zorg ervoor dat de quizvragen behoorlijk uitdagend zijn, zodat je deelnemers echt even aan het werk moeten voor het antwoord.
• Zet de quizvragen in een powerpoint of op een flap, zodat deze in de training visueel ondersteund worden.
• Bedenk per quizvraag tenminste één hint. Noteer elke hint apart op een vel papier.
• Breng 32 knikkers en een belletje mee (of iets anders dat geluid maakt)

Tijdens de training:

• Zorg dat de hints verspreid door de ruimte zodanig hangen/liggen, dat de hints zelf niet direct zichtbaar zijn.
• Zet het belletje in het midden van de ruimte op een tafel.
• Verdeel de deelnemers in 4 teams.
• Elk team krijgt een eigen plek toegewezen op ongeveer dezelfde afstand van de bel, bijvoorbeeld in de 4 hoeken van de trainingszaal.
• Kies voor elk team een teamcaptain (bij voorkeur iemand die de andere teamleden erbij betrekt) en geef elk team 8 knikkers.
• Geef je deelnemers de volgende instructie:
  • Jullie gaan je kapitaal aan kennisknikkers trachten te vergroten.
  • Dat doe je door als team het juiste antwoord te geven op de vragen. De vragen gaan over wat jullie hier vandaag geleerd hebben.
  • Op sommige vragen weten jullie misschien meteen het antwoord, voor andere vragen heb je wellicht wat meer nodig. Daarom heb ik hints opgehangen/neergelegd.
  • Ieder van jullie mag de hints bekijken. De vellen papier waarop de hints genoteerd staan moeten blijven waar ze zijn.
  • Zodra jullie het antwoord weten luidt jullie teamcaptain de bel in het midden. Hij mag echter pas naar de bel lopen als de rest van het team op z’n plek zit.
  • De eerste teamcaptain die belt mag het antwoord geven. Als het antwoord goed is ontvangt jullie team van elk ander team een kennisknikker + de eventuele inhoud van de pot.
  • Als het antwoord fout (of onvolledig) is moet jullie team een kennisknikker in de pot doen. Jullie team mag dan bij de volgende vraag pas weer meespelen.
  • Het team dat aan het eind de meeste kennisknikkers heeft, heeft gewonnen.
  • Toon steeds de quizvraag op de beamer of de flip-over, zodat de deelnemers mee kunnen lezen.
  • Het competitie-element zorgt ervoor, dat deelnemers erg fanatiek kunnen worden. Tijdens het spelen gaan deelnemers lopen, rennen en roepen. Dat is prima, zolang er maar volgens de regels gespeeld wordt. Voor jou als trainer betekent dat, dat je hier een echte ‘scheidsrechtersrol’ hebt.
  • Neem na elke quizvraag even (kort) de tijd om het antwoord te bespreken. Is voor iedereen duidelijk waarom het dit antwoord is? Laat het team dat het juiste antwoord gaf nog even toelichten waarom dat het juiste antwoord was.
  • Heb je een deelnemer die een doelpunt had gekozen dat aansluit bij één van de quizvragen? Benoem dat voordat je de vraag stelt: “Let op, Sjoerd, deze is speciaal voor jou!” En verifieer na het antwoord bij deze deelnemer of hij/zij nog vragen of opmerkingen heeft.

Het vergt wat voorbereiding om goede quizvragen te maken. Vragen die te makkelijk zijn brengen de deelnemers minder in beweging. Die zijn echter wel heel geschikt als opwarmertje.

Als je de deelnemers echt in beweging wilt brengen kun je bijvoorbeeld naar kennis vragen mét een voorbeeld: “Noem de regels van feedback en geef een voorbeeld waarin deze goed toegepast zijn.” Als hint kun je dan bijvoorbeeld een korte casus geven, waarin feedback gewenst is.

Ga je de ‘kennisknikkers’ uitproberen? En laat je me dan weten hoe het gegaan is? Ik ben erg benieuwd naar je ervaringen.

Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen? Laat die dan in een reactie achter onder dit artikel.

Vond je dit artikel waardevol? Deel het dan met andere trainers, bijvoorbeeld via Twitter, Facebook of LinkedIn. Alvast bedankt daarvoor!