Huishoudelijke mededelingen, jouw praatje over het programma voor die dag, een voorstelrondje en dan is er zomaar een half uur voorbij voordat je goed en wel met je training begonnen bent.
Die training begint dan natuurlijk met wat tekst en uitleg van jou over het trainingsonderwerp.
Je cursisten hebben er een lekker kopje koffie of thee bij gepakt en zitten geboeid naar je te luisteren.
Tegen de tijd dat je cursisten daadwerkelijk zelf aan de slag gaan is het eerste uur van de training al voorbij. Je geeft een korte instructie voor de eerste oefening die je eindigt met ‘ga je gang’, maar je cursisten moeten duidelijk nog even schakelen voor ze zelf aan het werk gaan.
Herkenbaar?
Ik zie dit in veel trainingen gebeuren. In eerste instantie zijn deze cursisten toeschouwers.
Op zich is er niets mis met een rustige start. Maar als je betrokken en gemotiveerde cursisten wilt, die zich zelf verantwoordelijk voelen voor hun eigen leerproces, en die enthousiast hun leerdoel behalen, dan is dit geen ideaal begin van je training.
Voor een ideaal begin van je training heb je geen cursisten nodig, maar deelnemers.
‘Wat is het verschil?’, vraag je je wellicht af.
Het verschil zit hem voor mij in het woord ‘cursist’ en het woord ‘deelnemer’ en de acties die die woorden impliceren.
Daarmee bedoel ik, dat een cursist volgens mij iemand is die een cursus of een training volgt en dat komt op mij wat passief over. In het woord ‘deelnemer’ daarentegen klinkt door dat deze persoon deelneemt en meedoet, en dat klinkt veel actiever.
Maar hoe doe je dat dan? Deelnemers van je cursisten maken aan het begin van je training?
Ik zal je vertellen hoe ik dat aanpak:
Na de huishoudelijke mededelingen, die maar 2 minuten duren, presenteer ik in 5 minuten tijd de mindmap waarmee m’n trainingsontwerp begon. In die mindmap staan alle mogelijke trainingsdoelen. (Weten hoe ik zo’n mindmap maak? Dat heb ik hier beschreven.)
Dan volgt er geen voorstelrondje, maar een interactieve kennismakingsoefening, waarin ik de deelnemers laat benoemen welk doel zij zichzelf stellen voor deze training.
Welke werkvorm ik daarvoor gebruik kan per training verschillen. Wat altijd belangrijk is, is dat de deelnemers allemaal tegelijk actief bezig zijn, dat er gelegenheid is om elkaar iets beter te leren kennen, en dat ze zelf verwoorden welk doel zij willen bereiken.
3 voorbeelden van werkvormen die je hiervoor kunt gebruiken zijn:
Als je dit aan het begin van je training doet, worden je cursisten vanzelf direct deelnemers.
Vond je dit artikel waardevol? Deel het dan met andere trainers voor wie het eveneens waardevol kan zijn. Dat kan bijvoorbeeld via LinkedIn, Twitter, Facebook of Google+. Hartelijk dank daarvoor.
Heb je aanvullingen, tips, ideeën of suggesties? Ik waardeer het als je die met mij en andere trainers deelt in een reactie hieronder.
blogartikelen 
Leuk artikel Margreet. Ik vraag me af of mensen niet komen voor de doelen die jij belooft in de omschrijving van je training, dus dat ze meer dan 1 doel hebben. Wat is jouw ervaring hiermee?
LikeLike
Dankjewel Anneke, zowel voor je compliment als voor je reactie.
Mijn ervaring is dat de meeste deelnemers 1 doel kiezen uit alle doelen die ik gepresenteerd heb in de mindmap. Als deelnemers afkomen op de doelen zoals ik die vooraf heb gecommuniceerd komt het altijd goed. Die staan immers ook in de mindmap. Een enkele keer komt het voor dat een deelnemer meerdere doelen kiest. Wat mij betreft is dat prima.
Alleen als ze geen doel zouden kiezen, of een doel dat niet aansluit bij de betreffende training, heb ik een probleem. Ik heb het gelukkig nog niet meegemaakt dat dat gebeurde…
LikeLike