Het klinkt zo tegenstrijdig.
Wie herinnert zich niet de juf op school vroeger, die zei: “Als iedereen door elkaar praat wordt het een rommeltje. Ik kan maar naar één iemand tegelijk luisteren.”
Ze had ook gelijk hoor, die juf, want naar 2 of meer mensen tegelijk luisteren is vrijwel onmogelijk.
Toch pleit ik ervoor dat je je deelnemers door elkaar laat praten.
‘Degene die spreekt is degene die leert’, zei Lev Vygotsky immers, en ook hij heeft gelijk.
Denk maar eens terug aan je eigen schooltijd. Waarvan heb je meer onthouden: de spreekbeurt die je zelf gaf, of de spreekbeurten van je klasgenootjes?
Toen ik op de middelbare school zat, was er bij ons op school een soort bijles-poule. Als je goed was in een bepaald vak, dan kon je iemand anders bijles geven. Ik heb in die poule bijles gegeven in Nederlands en Engels. Daarvan werden niet alleen de cijfers van die andere leerling beter. Mijn eigen cijfers gingen ook omhoog, gewoon doordat ik het goed moest uitleggen.
En misschien herken je dit effect ook wel uit je eigen trainingspraktijk: dat je bepaalde stof steeds beter gaat beheersen, doordat je het telkens aan anderen moet uitleggen.
Toch maken veel trainers maar weinig gebruik van dit principe in een training.
Het wordt al snel rommelig als iedereen door elkaar praat. En als ze niet door elkaar praten is er nog steeds maar telkens 1 deelnemer tegelijk aan het woord, terwijl je iedereen wilt laten leren. Dus ik begrijp het wel… maar ik vind het jammer!
Daarom geef ik je één suggestie, waarmee je misschien je deelnemers een keer door elkaar kunt laten praten.
Gewoon.. om eens uit te proberen of ze daar inderdaad meer van leren..
Om het wat concreter te maken koppel ik die suggestie even aan Lisa’s training. Je weet wel, waarover ik vorige week schreef (en anders moet je hier maar even kijken).
Lisa gaf in haar training een presentatie over de pijlers van goed time-management. In die presentatie is zij aan het woord (dus is zij degene die leert 😉 ) terwijl haar deelnemers kijken en luisteren.
Stel je voor, dat Lisa alleen kort de pijlers presenteert (het zijn er 4), maar er daarbij nog niet dieper op ingaat. Vervolgens verdeelt ze de groep in tweetallen: persoon A en persoon B. Alle personen A krijgen op papier achtergrondinformatie over pijler 1 en 2 mee met een paar concrete vragen om hen op weg te helpen. Alle personen B krijgen hetzelfde, maar dan voor pijler 3 en 4.
Dan krijgen de deelnemers even de tijd om de informatie te bestuderen en de vragen te beantwoorden. Lisa kan daarbij intussen individueel deelnemers begeleiden. Als beiden klaar zijn begint het door elkaar praten: A legt zijn deel aan B uit, en andersom. Ook nu kan Lisa weer deelnemers begeleiden en hun vragen beantwoorden. Als A en B klaar zijn met uitwisselen, kunnen ze verder met hun plan van aanpak (zoals vorige week hier omschreven).
Nu moet ik er eerlijk bij zeggen, dat er ook nadelen kleven aan deze aanpak. (Ik pleit er trouwens ook niet voor om alle presentaties uit alle trainingen te bannen.) Lisa zal heel goed moeten bedenken wat ze in de korte presentatie vertelt en wat er in de achtergrondinformatie komt te staan. Als ze dat goed doet, weet ik zeker dat de deelnemers hier meer van leren dan van haar oorspronkelijke presentatie.
En? Ga je het proberen? Je deelnemers door elkaar laten praten? Ik hoor heel graag hoe jou en je deelnemers dat bevallen is!
Vond je dit artikel waardevol? Deel het dan met andere trainers, voor wie het ook waardevol kan zijn. Dat kan bijvoorbeeld via LinkedIn, Twitter, Google+ of Facebook. Hartelijk dank daarvoor!
Heel Goed Margreet.
Het is al spannend om zo’n werkvorm te bedenken.
Voor mezelf is het ook erg waar: als dyslectje was ik barslecht in Nederlands. Zelfs een hele studie Nederlands mocht niet baten. Maar in drie jaar les geven heb ik het schrijven toch nog redelijk onder de knie gekregen.
Bedankt, Dirk
LikeLike
Dat is wel een heel mooi voorbeeld, Dirk, dat je als dyslect Nederlands gaat studeren en les gaat geven en het op die manier onder de knie krijgt. Geweldig!
(En graag gedaan weer 🙂 Jij bedankt voor je compliment en voor je reactie.)
LikeLike
Ik heb laatst halverwege een (meerdaagse) training de groep opgesplitst waarin de ene groep een (actieve) oefening moest bedenken om de andere helft van de groep het belangrijkste te leren wat tot nu toe aan bod was gekomen. Effect: Ze moesten eerst nadenken wat zij het belangrijkste vonden, door het bedenken en uitvoeren van de oefening leerden ze veel. Verder was iedereen actief en kreeg ik na die tijd veel complimenten (activerend trainen was toch moeilijker dan ze dachten! ;-)) Deze houd ik er in!
LikeLike
Mooi!
LikeLike