blogartikelen

“Ik besef nu, dat het helemaal niet nodig is om een uitgebreid kennismakingsrondje te doen. Ik mag dat best inperken!”

Dit inzicht deelde één van mijn deelnemers aan de training ‘activerend trainen’ vorige week maandag met mij en de andere deelnemers.

Aan het begin van de training had ik een kennismakingswerkvorm gedaan, waarin ik stap 1 van de doelpunttechniek geïntegreerd had: jezelf kort voorstellen en je trainingsdoel benoemen in een activerende werkvorm.

Later in de training hebben we spontaan nog een kennismakingswerkvorm gedaan. Dat was omdat een andere deelnemer die werkvorm onlangs door mij aangereikt had gekregen, hem in de praktijk had gebracht en er erg enthousiast over was. Dus die wilden de anderen ook wel even ervaren.

Beide kennismakingswerkvormen bieden slechts beperkt ruimte voor de deelnemers om over zichzelf te vertellen. Natuurlijk leren ze elkaar door die werkvorm wat beter kennen, maar niet hun hele loopbaan en levenspad tot nu toe, zoals soms bij het kennismakingsrondje gebeurt. Nu deelden ze alleen de gevraagde informatie.

Bij de eerste werkvorm was dat hun naam, trainingsdoel en 3 kernwoorden over zichzelf aan de hand van een bepaalde letter. Bij de tweede werkvorm was dat naam, doelgroep en trainingsdoel.

Samen kwamen de deelnemers tot de conclusie, dat een korte, activerende kennismakingswerkvorm tijd scheelt en de vaart erin houdt. Bovendien is er in een activerende training voldoende gelegenheid voor de deelnemers om elkaar beter te leren kennen tijdens de trainingsactiviteiten en in de pauze.

En nu ben jij nieuwsgierig naar die werkvormen, toch? De eerste van die 2 werkvormen staat hieronder:

Letters uitwisselen

Doel:

• De deelnemers leren elkaar een beetje beter kennen.
• De deelnemers formuleren een leerdoel voor deze training.

Benodigdheden:

• Pen en papier

Voorbereiding:

• Presenteer de trainingsinhoud en –doelen voorafgaand aan deze werkvorm.

Tijdsduur:

• Afhankelijk van de groepsgrootte: reken 1 minuut per deelnemer + 10 minuten opstart en afronding.

Werkwijze:

• Vraag de deelnemers om zo te gaan zitten, dat ze even rustig kunnen nadenken. Eventueel mogen ze hun ogen daarbij sluiten. Zeg dan het volgende:
  • Voordat je naar deze training kwam had je waarschijnlijk al een beeld van wat we hier gaan doen vandaag. Misschien vind je gewoon het onderwerp interessant en laat je het verder over je heen komen. Misschien had je voor jezelf ook een duidelijke vraag over iets dat je wilt leren.
  • En je hebt net de presentatie van de trainingsinhoud en –doelen gezien. Misschien vind je alle doelen interessant, misschien springen er voor jou één of 2 doelen uit. Bedenk eens voor jezelf welk trainingsdoel of welke trainingsdoelen jij het allerliefste wilt behalen vandaag.
  • Formuleer in gedachten een zo concreet mogelijk trainingsdoel voor vandaag. Denk er maar rustig over na terwijl ik iedereen een blaadje geef.
• Geef de deelnemers papier.
• Geef de deelnemers de volgende instructie:
  • Heb je een trainingsdoel bedacht? Bedenk één of twee steekwoorden die dat trainingsdoel het beste omschrijven en schrijf dat op je blaadje met je naam erbij.
  • Dat steekwoord begint met een bepaalde letter uit het alfabet. Bedenk met diezelfde letter nog 3 woorden of woordcombinaties, die iets over jou als trainer of als mens zeggen. Deze woorden schrijf je niet op, maar onthoud je.
  • Ik zal je een voorbeeld geven: mijn doel in deze training is ‘concrete inspiratie’. Ik wil jullie inspireren om activerend trainen in je training in te zetten en ik wil jullie daar concrete handreikingen voor doen. Met de letter C kan ik mijzelf als trainer en als mens verder omschrijven als chronisch gedreven, collega-trainer, componist. Je mag daar best creatief in zijn: ik wilde eigenlijk zeggen dat ik ‘gedreven’ was, maar dat begint niet met een ‘c’. Daarom heb ik er ‘chronisch gedreven’ van gemaakt.
  • Neem een minuutje de tijd om voor jezelf je steekwoord te noteren en 3 woorden te bedenken.
• Nadat alle deelnemers hun steekwoord genoteerd hebben en 3 woorden bedacht hebben volgt de volgende instructie, die je ook moet voordoen om goed te slagen:
  • Straks sta je op met je blaadje en loop je naar een andere deelnemer.
  • Je geeft je blaadje aan de ander, vertelt wat jouw trainingsdoel is en welke 3 woorden jou nader omschrijven.
  • De ander geeft jou zijn/haar blaadje, vertelt wat zijn/haar trainingsdoel is en welke 3 woorden hem/haar nader omschrijven.
  • Nu komt de grote uitdaging: onthoud goed wat de ander zegt, want dat ga jij vervolgens met iemand anders uitwisselen.
  • Zo wissel je 3 keer en dan ga je weer zitten.
  • De derde uitwisseling koppel jij straks plenair weer terug.
• Als alle deelnemers zitten hangt men één voor één het blaadje dat ze op dat moment hebben aan de wand. Ze vertellen daarbij van wie het blaadje is, welk doel erop staat en welke woorden erbij horen. Als de informatie niet klopt mag degene van wie het blaadje is dit verbeteren.

Deze werkvorm was de aanzet voor dit inzicht: “Ik besef nu, dat het helemaal niet nodig is om een uitgebreid kennismakingsrondje te doen. Ik mag dat best inperken!”

Zo’n bescheiden inzicht, dat zo’n groot effect heeft: deze deelnemer heeft voortaan meer tijd in haar trainingen voor haar trainingsinhoud.

Weet je waar ik nu benieuwd naar ben? Naar hoe jij dat aanpakt in je trainingen: kies je voor een uitgebreide kennismaking of juist niet? Wat vind je daar de voor- en nadelen van? Heb je een succesvolle kennismakingsoefening die je met andere trainers wilt delen? Vertel het mij en andere trainers in een reactie onder dit blog.

Vond je dit artikel waardevol? Deel het dan met andere trainers voor wie het ook waardevol kan zijn. Dat kan bijvoorbeeld via LinkedIn, Twitter, Google+ of Facebook. Hartelijk dank daarvoor!